Periode I: 1290 - 1517

1288: Militair bolwerk rond Brussel

Daneel I Van Bouchout vocht mee in de Slag bij Woeringen in 1288 en droeg door zijn bijzonder dapper optreden bij tot de overwinning van Hertog Jan I van Brabant. Hij werd daarvoor rijkelijk beloond met het ambt van “Seneschalk (opperrechter) van Brabant” en met een som geld om op zijn gronden in Meise een burcht te bouwen (nu het domein Bouchout). Daarnaast liet hij in Steenhuffel in het moerassige Diepenbrouck langsheen de Leenbeek (grens tussen de lenen van de Bouchouts en die van de Berthouts) een stenen woontoren optrekken, vandaar de naam Diepensteyn of ‘steen in de diepte’.

De vestingen in Meise en Steenhuffel maakten deel uit van de militaire bolwerken van Hertog Jan I van Brabant: Meise ter bescherming van Brussel langs de kant van Henegouwen en Steenhuffel om enerzijds de belangrijke invalsweg vanuit het expansieve Graafschap Vlaanderen te bewaken en anderzijds de machtsdrang van de Berthouts, heren van Grimbergen, in toom te houden.

Van Bouchout
Van Hellebeke

1356: Brabantse Secessieoorlog: versterking tot waterburcht

In 1355 stierf Hertog Jan III van Brabant. Zijn dochter Margaretha van Brabant was gehuwd met Lodewijk van Maele, Graaf van Vlaanderen; Johanna van Brabant was gehuwd met Wenceslas van Luxemburg. Johanna erfde Brabant, maar Lodewijk van Maele nam de wapens op om zijn aanspraak op dit gebied hard te maken. Dat leidde tot de Brabantse successieoorlog in 1356. Brabantse ridders en zijn heren moesten een keuze maken. Ridder Arnold van Hellebeke, die door zijn huwelijk met Elisabeth Taeye, de weduwe van Jan Van Bouchout, eigenaar geworden was van Diepensteyn, koos net als de Van Bouchouts voor Johanna. Andere ridders uit de streek kozen voor de Graaf van Vlaanderen. Dat bracht grote lokale spanningen teweeg. Daarom bouwde Arnold Van Hellebeke zijn woontoren om tot versterkte waterburcht.

1460: Steekspelen op Diepensteyn

Daneel (2) Van Bouchout, erfgenaam van Diepensteyn, was een groot liefhebber van riddertornooien. Hij organiseerde er veel op het ridderveld voor zijn burcht in Steenhuffel. Die maakte hij toegankelijk voor paard en ruiter met de bouw van een nieuw poortgebouw met ophaalbrug. Wellicht bouwde hij ook binnen de burchtmuren de rechthoekige kasteelvleugel die in latere beschrijvingen “Huis van Plaisantiën” werd genoemd. Als aanvoerder van het Brabantse leger stond hij Karel de Stoute bij in de slag van Monthléry tegen de Franse koning Lodewijk XI. Hij sneuvelde in 1466 aan de zijde van Karel de Stoute. Bij testament liet hij Diepensteyn na aan zijn vele bastaardkinderen.

Van Bouchout
 
Van Der Marck - Arenberg

1466-1482: Diepensteyn in handen van de Graaf van Arenberg

Margaretha van Bouchout, enig wettig kind van Daneel, was gehuwd met Evrard van der Marck, Graaf van Arenberg en kamerheer van Karel de Stoute. Evrard was ook van de partij bij de slag van Monthléry. Ook zijn broer Willem I was een geducht krijgsheer, hij werd “het wilde Everzwijn van de Ardennen” genoemd. Na de dood van Karel de Stoute in 1477 volgde Maximiliaan van Oostenrijk hem op. Evrard koos echter partij voor de Graaf van Vlaanderen en de Franse koning Lodewijk XI en verloor zo zijn rechten op Diepensteyn. Er volgde een periode van twisten over de eigendomsrechten op Diepensteyn tussen de bastaardkinderen van Daneel en andere Van Bouchouts.

Meer weten over deze periode?

Lees online

Meer weten over het ontstaan van het Hertogdom Brabant & de 17 Provinciën der Nederlanden

Lees hier